All Electric? Nog niet direct.

26-06-2018

Conclusies derde Groots in Warmte-seminarie van Remeha

Wommelgem - Twee jaar voor de einddatum van de Kyoto-akkoorden zijn we nog ver van het vooropgestelde doel om 20% minder CO2 uit te stoten en meer hernieuwbare energie te gebruiken. Overheden pleiten om nog meer te investeren in elektrische kracht (wind- en zonne-energie). Maar is dat wel haalbaar? Daarop een antwoord vinden, was het doel van verwarmingsspecialist Remeha tijdens de derde editie van het Groots in Warmte-seminarie. Een totaal van 125 professionals kreeg een update vanuit de verwarmings-, de academische- en de politieke wereld.

Europarlementslid Kathleen van Brempt gaf alvast aan dat we anders moeten gaan leven. In de Europese Unie zijn de twee belangrijkste uitdagingen voor de komende generaties klimaat en de toenemende ongelijkheid. “Deze laatste klinkt misschien vreemd, maar het is wel heel belangrijk dat we iedereen meenemen in onze voorzieningen. Vanuit Europa is er goed nieuws want met de sustainable development goals (sdg) trachten we elke beslissing te toetsen aan deze criteria. Dat kost geld en gebrek aan geld zal altijd een probleem zijn. Daarom moet Europa duidelijke keuzes maken: stoppen met subsidies voor alles dat niet sdg ondersteunend werkt en dan komt er wel budget beschikbaar”, aldus Kathleen Van Brempt.

Nodige investering = bnp

Ook onze huizen moeten evolueren naar energieneutraal en mogen ook geen C02 meer uitstoten. Maar uit cijfers blijkt dat sinds 2016 de CO2-uitstoot in ons land terug stijgt. Dit tekort zal de komende jaren moeten weggewerkt worden met extra inspanningen. De tendens is nu ‘alles elektrisch’. In Nederland denken ze er bijvoorbeeld aan om geen gasaansluiting meer te voorzien bij nieuwe woningen.

Christophe Leroy, managing director Remeha België, identificeerde echter enkele hinderpalen : “Enerzijds is er het prijskaartje. Als we het huidige totale energieverbruik elektrisch willen maken, dan hebben we 7 tot 8x meer energie nodig. Dat betekent extra investeringen in onder meer windmolenparken, PV-velden, … En als de kerncentrales sluiten (2025) dan hebben we nog eens extra capaciteit nodig om dat op te vangen. Dus de kost ligt zeer hoog.” Anderzijds is de capaciteit een grote uitdaging. Op het moment dat de productie het hoogst is (overdag) is de vraag het kleinst (avond). Het verschil tussen dag en nacht zou je nog kunnen opvangen met batterijen, maar het verschil winter zomer is een brug te ver. Bovendien is ook hier het prijskaartje immens groot: aan de huidige prijs van een Tesla-batterij kom je aan 350 miljard euro. Dat is bijna het bruto nationaal product van België.

Van 14 naar 68 PV-panelen

Laten we er vanuit gaan dat een gemiddeld gezin voor het huishouden een elektrisch verbruik van 3600 kWhe heeft. Daarnaast nog een gasketel (15.000 Kwht op jaarbasis) en een wagen die 15.000 km/jaar rijdt. Hun elektrisch verbruik kan opgewekt worden met 14 zonnepanelen. Als ditzelfde gezin alles elektrisch zou doen - met elektrische wagen en een warmtepomp voor verwarming - stijgt de vraag naar elektriciteit tot 11.250 kWhe. Dat is het equivalent van 45 PV-panelen. Of 75 m2 dakoppervlak (in meest gunstige richting). Als dat gezin twee elektrische wagen zou hebben, dan zijn er maar liefst 68 panelen nodig. Dat is meer dan 100m2.

Bovendien is er het element van duurzame energie. Want zowel de wagen als de warmtepomp vragen energie op het moment dat de PV-panelen geen energie produceren. “’s Avonds weet je niet hoe groen de energie is in België. Hoeveel komt er dan uit steenkoolcentrales of kerncentrales? “Dus all electric is niet zaligmakend met de huidige energiestructuur. Het vraagt enorme investeringen en er blijft een onevenwicht tussen productie en verbruik. Waardoor de CO2 daling onvoldoende is”, aldus Christophe Leroy.

Oplossingen kunnen komen door de productie van gas en elektriciteit te verduurzamen waardoor je meer kracht per eenheid gas krijgt. Of door nieuwe technologieën uit te rollen. Momenteel zijn er veldtesten bij gezinnen met een microwarmtekrachtkoppeling (mWKK) in combinatie met een batterij. Doordat de warmte-unit ook elektriciteit opwekt komen vraag en aanbod beter overeen, volstaan 14 PV-panelen en is de CO2-uitstoot lager dan bij een gezin dat all electric gaat.

Renoveren of afbreken?

Vraag is of we oneindig ver kunnen gaan in de renovatie van het bestaande woningpark. Professor Johan Albrecht is niet 100% overtuigd: “Er is weliswaar een groot potentieel om op de bestaande woningmarkt energiewinsten te maken. Wist je dat we in België nog altijd 1 op 3 woningen hebben die zijn gebouwd voor 1945? En dat van de meer recentere woningen, bouwjaar na 1981, een groot deel niet geïsoleerd is? Dit maakt dat het energieverbruik in ons land met 250kWh/m2 een van de hoogste is in Europa.” Vandaag zijn nog steeds twee miljoen woningen voorzien van oude installaties. Door deze te vervangen door nieuwe, efficiëntere ketels, kunnen we al een deel van de doelstelling bereiken. “Maar dat blijven kleine renovaties met beperkte winstmarges in efficiëntie.”

Puur theoretisch zou de maatschappij al veel kunnen besparen door het bestaande woningpark te optimaliseren. “Veel mensen blijven in hun huis wonen, ook al is dat te groot nadat de kinderen het huis uit zijn. Mochten we al deze lege kamers ‘invullen’, dan besparen we onmiddellijk 27%”, zegt de professor. Toch moeten we goed nadenken over hoe we gaan leven in de toekomst. Wil de toekomstige generatie leven in een opgekalefaterd rijhuis met tuin of in een moderne groene woontoren. En is de renovatie van inefficiënte woningen nog steeds de beste manier om de normen te halen? “Moeten we dan de slechte woningen niet gewoon slopen en nieuwe efficiënte woningen optrekken? We zien bovendien een stagnatie op de renovatiemarkt. Deels door het wegvallen van subsidies; maar grotendeels door de hogere aanschafwaarde van een woning waardoor er nog maar weinig budget overblijft om grondig te renoveren.”

Wat brengt de toekomst?

Een ding is zeker. Over de nieuwbouwwoningen hoeven we ons geen zorgen te maken”, zegt Jan Declerck, account manager bij Remeha. “Die voldoen aan de normen. Maar welke technologie het uiteindelijk gaat halen in de energietransitie weet ik niet. Niemand heeft een glazen bol en er zijn nog te veel onzekere factoren in de discussie over de te gebruiken technologie. We kunnen wel aannemen dat de mix van energiebronnen zal veranderen.” Olie verdwijnt wellicht op termijn en ook het aandeel van gas zal afnemen. Warmte en elektriciteit zullen meer gebruikt worden, maar het blijft altijd een mix.

Dat nieuwe technologie en apps snel de overhand kunnen nemen, zei ook Rik Vera van Nexxworks. Zeker in een disruptieve digitale wereld waar start-ups een belangrijke rol gaan spelen. Hij gaf enkele voorbeelden uit de technologiesector waar marktleiders zoals Kodak in fotografie of Nokia in telefonie. “Op 12 jaar tijd zijn die van hun piek naar quasi helemaal dood geëvolueerd.

We kunnen maar beter voorbereid zijn op het feit dat het ook op het vlak van verwarming en warm water ineens heel snel kan gaan. 

media


andere talen / autres langues

contact

all colors of public relations

Elke De Ridder

Director B2B

+32 52 55 33 26
Remeha

Sarie Verheye

PR & Communication marketeer

+32 (0)3 286 85 50
Remeha

Remeha is toonaangevend producent van centrale verwarmingsproducten voor de woning- en utiliteitsbouw. Het Belgisch bedrijf werd opgericht in 2011 te Wommelgem (Antwerpen). Vanuit deze nieuwe thuisbasis worden meer dan 200 groothandelpunten en 600 installateurs bediend met oplossingen in gasketels, stookolieketels en hernieuwbare energie voor zowel verwarming als warmwater comfort. Remeha is in België al jaren marktleider in gas verwarmingssystemen voor grote vermogens (ziekenhuizen, sportcomplexen, scholen, kantoren en winkelcentra). Meer informatie vind je op http://www.remeha.be.